maandag 30 juli 2012

Review: Sound Of Ground - Sky Colored Green (RAIG, 2012)(Stoner)

Sound Of Ground werd in 2010 te Moscow, Rusland, opgericht door 3 studenten psychologie: Danila Khromox - sologitaar, Denis Makhnev - basgitaar en Ian Karlin - zang en drums.
Alle drie zijn ze sterk beïnvloed door stoner, grunge en hardrock bands en dat uit zich in hun muziek.
De band bracht in augustus van dat zelfde jaar hun debuut EP "Green Turning" uit met daarop 6 nummers via het SOG label, gevolgd door de EP "R.H.S.", die in oktober 2011 verscheen.
Deze laatste EP staat in zijn geheel ook op hun eerste volledige CD "Sky Colored Green" uit 2012, die 11 nummers bevat en via het RAIG label is uitgebracht.
De CD begint met "Intro (Demons In Me)", een rustige song, waarin de tekst niet gezongen wordt maar gedeclareerd en de muziek lichtelijk ruimtelijke effecten heeft.
Daarna hoor ik "Lips Of The Ocean", een geweldige stonerrocksong met een vrij stevig ritme, waarin invloeden van een band als Colour Haze te horen zijn.
Vervolgens krijg ik de songs van hun EP "R.H.S." te horen, te beginnen met "I Am", een heavy rocksong, die met een redelijk hoge vaart gespeeld wordt, enkele tempowisselingen bevat en ook grunge invloeden kent.
Ook het volgende nummer "You Can't Stop Our Ship" is een schitterende heavy rocksong, die met de vaart van een sneltrein gespeeld wordt en enkele tempowisselingen heeft, gevolgd door "Reboiled", dat na een kort psychedelisch begin over gaat in een fantastische stonerrocksong met een terugkerend ritme, waarbij het onmogelijk is om stil te blijven zitten.
Dan hoor ik het schitterende "Share", dat geheel instrumentaal is en een mix is van psychedelische en stonerrock, waarna de titelsong van "R.H.S." gespeeld wordt en dit is een pure heavy rocksong, die lekker rauw klinkt.
"El Caco" is een anderhalve minuut durend heavy rock nummer, waarin de band het ritme constant laat terug komen en wordt gevolgd door het langste nummer van de CD "Sun Inside", een uitstekende stonerrocksong, waar enkele prima tempowisselingen in zitten.
Met "The End Of ..." laat de band horen ook te kunnen improviseren en experimenteren met muziek, wat uitmondt in een heerlijk instrumentaal nummer.
Het laatste nummer van de CD heet "Wings" en in deze fantastische stonerrocksong zit een heerlijk hypnotiserend ritme, waardoor ik als het ware de muziek ingezogen wordt en er deel van uit ga maken.
De CD "Sky Colored Green" is een geweldig stuk muziek, dat een must is voor liefhebbers van dit genre.

Review: R11 - Lupus In Trio (Lizard Records, 2012)(Progrock / Jazzrock)

De band R11 (ronde 11), die uit Andrea Silvestri - gitaar, Michele Della Malva - basgitaar en Roberto Reggiani - drums bestaat, komt uit Parma, Italië en "Lupus In Trio" is hun debuut CD, waarop 7 instrumentale nummers staan.
Het openingsnummer heet "Gauss" en dit is een lekker swingend progrock nummer, waarin jazz invloeden te horen zijn.
Het volgende nummer "Officine Scansadiavoll" begint met een spannende snelle drum, die het geluid van een trein nabootst, waarna de basgitaar invalt en vervolgens de sologitaar en net als ik denk dat de band deze snelheid het hele nummer vast blijft houden, schakelen ze terug naar een heel rustig tempo en krijg ik een stukje muziek te horen, dat tegen de jazz aan zit, waarna er plotseling weer snelheid in het nummer komt en de band met de vaart van een sneltrein de laatste paar minuten afrondt.
Vervolgens krijg ik "Asperttami" te horen, een jazzrock nummer gemixt met een dosis progrock en pure jazz.
Daarna hoor ik "Estremamente Rosso (Hot Dondi)", eveneens een spannende mix van progrock en jazzrock, waarin diverse tempowisselingen zitten en in een hoog tempo gespeeld.
"Riccardo" is een heerlijk jazzrock nummer met prima tempowisselingen en ook "Tubo Blues", dat lichtelijk experimenteel klinkt, is een lekkere mix van jazz- en progrock, waarin de band zich behoorlijk in uitleeft.
Het laatste nummer heet "Il Circoio Esoterico Di Bussolengo" en ook hierin maakt R11 hun prima jazzrock, waarin van alles te beleven valt en om niets te missen, moet ik behoorlijk gefocust blijven.
R11 heeft naar mijn mening een uitstekende debuut CD gemaakt, waar vooral liefhebbers van dit genre zullen weten te genieten.

Review: Wight - Through The Woods Into Deep Water (Fat and Holy Records, 2012)(Heavy Rock)

Begin juli 2012 verscheen de CD "Through The Woods Into Deep Water" van de uit Darmstadt, Duitsland, afkomstige band Wight met daarop 9 nummers.
De band wordt gevormd door Michael Kluck - drums en percussie, Peter Philipp Scherhorn - basgitaar en zang en Rene Hofmann - zang, sologitaar, orgel en harp.
Verder spelen op de CD William Arthur Brown Jr. - zang (op I Spit On Your Grave en You) en Lolo Blümler - percussie (op Big Dose) als gastmuzikanten mee.
Het openingsnummer van de CD "Kiss Your Friends Goodbye" laat meteen horen, dat ik hier met zware jongens te maken heb en na een kort intro barst het geweld dan ook los.
Zware drums en bastonen worden in een eentonig ritme mijn oren ingedreven, waarbij de sologitaar er zo nu en dan tussendoor scheurt.
Ook "I Spit On Your Grave" is een heavy rocksong, die in vrij hoog tempo gespeeld wordt en van de nodige zware klanken voorzien en in het laatste stuk zet de band nog maar eens extra aan om me nog meer van hun kunnen te overtuigen.
Vervolgens krijg ik "Southern Comfort & Northern Lights" voorgeschoteld en hierin bewijst Wight, dat ze meer kunnen dan alleen maar heavy geluiden produceren.
Dit meer dan 11 minuten durende nummer begint zowaar met een symfonische melodielijn en heeft een ijzersterk ritme, dat na ongeveer 4 minuten verandert, waardoor ook de muziek anders wordt en de band nu meer zware bluesrock gaat spelen.
Daarna hoor ik "Halfway To Infinity", een schitterend nummer dat totaal afwijkt van de rest van de songs en in dit semi akoestische nummer bewijst de band andermaal, dat ze meer in hun mars hebben, dan ze laten horen.
Hierna breekt het geweld opnieuw los en "Master Of Nuggets" is een heerlijke heavy rocksong, waarin een lekker hypnotiserend ritme zit en de band lijkt in dit nummer helemaal los te gaan.
"You" is een ouderwetse heavy rocksong met een enkele tempowisseling en in "Big Dose", een kort nummer van nog geen 2 minuten, laat Rene Hofmann zijn gitaarkunsten horen.
Dan krijg ik "On A Friday" te horen en dit is een behoorlijk heftig nummer, waar de muziek een sterk en indringend ritme heeft en de tekst op het eind mijn oren in geschreeuwd wordt.
Het afsluitende nummer is de instrumentale titelsong "Through The Woods Into Deep Water", dat met zware tonen start, die in een kalm ritme gespeeld worden en dat ritme het gehele nummer vast houden.
Wight heeft met "Through The Woods Into Deep Water" een uitstekende CD afgeleverd, die zeker een plaats in de platenkast van elke heavy rock liefhebber verdient.


Review: Cumino - Tomorrow In The Battle Think Of Me (Gratis Download, 2012)(Elektronisch / Experimenteel)

In 2010 werd Cumino bij wijze van experiment opgericht door twee vrienden, die beiden een andere muzikale achtergrond hebben.
Dat zijn gitarist Luca Vicenzi, die eerder in de bands Zita Ensemble en in Orchestra Panica speelde en Hellzapop,
die producer en maker van elektronische muziek is.
Luca maakte met Zita Ensemble 3 CD's (Volume 1 in 2006, Quintet Sessions in 2007 en Volume 2 in 2009) en met Orchestra Panica slechts 1 CD (Journey To Devotion in 2010), die allemaal door Lizard Records uitgebracht werden.
Op de CD "Tomorrow In The Battle Think Of Me" speelt Riccardo Canta mee op saxofoon.
De CD, die gratis te downloaden is, bevat 10 stukken muziek en begint met "Take Me Where I Don't Know", een experimenteel stuk elektronische muziek, waardoorheen rustige gitaarklanken gespeeld worden, die begeleid worden door elektronische drums en keyboard.
Vervolgens hoor ik "Tropics", eveneens een rustig nummer, waarin de saxofoon op subtiele wijze gebruikt wordt en hierdoor wordt een soort lounge sfeer gecreëerd.
In het titelnummer "Tomorrow In The Battle Think Of Me" speelt het keyboard samen met de gitaar de belangrijkste rol en de muziek begint hierin steeds meer een lounge sfeer op te roepen.
Daarna krijg ik "When We Talk About Ourselfs" voorgeschoteld en worden er muzikaal grenzen verlegd en de mix tussen elektronica en gitaar is hierin perfect.
Dan hoor ik het experimentele "And This Is The Past Year", waarin de elektronica de overhand heeft en dit wordt gevolgd door "Pushing", een hoofdzakelijk elektronisch nummer, waarin ook de gitaar een prima rol speelt.
"The Fires Are Far From Here" is weer flink experimenteel en alleen door extra goed op te letten, kan ik de muziek volgen, die uitstekend in elkaar zit. 
Met "The Voice Due To You" gaat de muziek richting soundscapes, maar ook hierin wordt geëxperimenteerd.
Een van de beste nummers van de CD vind ik "Maps For The Morning After", waarin de band een prima relaxed sfeertje weet te creëren, maar toch ook de spanning in de muziek vast weet te blijven houden.
Het laatste nummer is ook het kortste en heet heel toepasselijk "Only This Remains", waarin orkestrale geluiden te horen zijn, waar dwars doorheen tegendraadse gitaarklanken gespeeld worden.
De CD "Tomorrow In The Battle Think Of Me" is een prima stuk muziek, dat weliswaar niet voor iedereen toegankelijk zal zijn, maar de liefhebber zal het zeker weten te waarderen. 

Review: Cosmic Trip Machine - (The Woman Who Took) A Flying Leap Over The Fence (2LP)(Nasoni, 2012)(Psychedelisch)

De Belgische band Cosmic Trip Machine, waarvan Will Z. en Majnun de drijvende krachten zijn, begon in 2008 met het opnemen van nummers voor hun eerste album "Lord Space Devil", een psychedelisch concept album, waarbij gebruik werd gemaakt van allerlei technieken, die voorhanden waren, zoals o.a. studio effecten, vreemde instrumenten en fantasierijke rock, geïnspireerd door B-films en Indiase muziek en in de studio ontdekten ze hun muzikale vrijheden daarvoor.
Enkele maanden later werd "Lord Space Devil" meer dan 3500 keer gedownload van hun officiële website  http://www.cosmictripmachine.be en de band begon aan een repertoire voor live optredens te werken en kwam T-Bone bij het duo.
In maart 2009 maakte Cosmic Trip Machine de CD "Vampyros Roussos", een heftig stuk muziek, geïnspireerd door diverse soundtracks, zoals The Carnival of Souls, Valley Of Dolls, The Holy Mountain, Vampyros Lesbos en andere.
De band trad dat jaar op tijdens het Sloowjob Festival (met Embryo en Peter Walker), Summer Solstice 2009 (met Engelse, Amerikaanse en Zweedse psychedelische bands) en op het Yellowstock Festival (met Vibravoid en Siena Root).
Daarbij zag het hun CD in november uitgebracht worden, die gedistribueerd werd door het Zweedse Record Heaven label en in januari 2010 door Clear Spot uit Nederland. 
Tussen 2009 en 2010 werkten Will Z. en Majnun aan het derde en laatste deel van de "Lord Space Devil" trilogie, getiteld "Son Of Lord Space Devil", bijgestaan door Yoni en producer OG.
In december 2010 verscheen dit werk via het Nasoni label uit Berlijn, zowel op CD als op LP (in zwart en gelimiteerd op gekleurd vinyl).
Daarna bracht de band in 2011 een gelimiteerde editie op LP uit van "Mantras, Exorcisms And Rituals", dat een alternatieve versie was van "The Curse Of the Lord Space Devil" en uitgebracht door Reverb Worship.
OG nam de plaats in van Yoni en de band startte met het maken van "Kosmische Kraut Maschine" , opgedragen aan de experimentele Duitse rock scene van de jaren zestig.
Ook leverde OG demos van 30 songs af voor een nieuw project, genaamd "(The Woman Who Took) A Flying Leap Over The Fence", waarvoor de opnamen 26 maart startten en 5 augustus werden afgerond en het resultaat is een dubbel LP met 2 verschillende interpertaties van de songs en artwork door Marijke Koger (van The Fool).

Plaat 1, zoals die door OG bedoeld zijn en plaat 2, zoals die door Cosmic Trip Machine geïnterpreteerd zijn.
De LP start met "The Dream Pt 1 (Remembrance)", een dromerig stukje muziek, gevolgd door "Hello Hello", een rustig psychedelisch nummer. 
Vervolgens hoor ik "All I Want (1st Kingdom)", dat met het geluid van stromend water begint, waarna de sitar invalt, gevolgd door de zang en dit is een schitterende psychedelische song in Beatles stijl, die helaas abrupt stopt.
Daarna volgt "Futuristic Inferno (2nd Kingdom)", eveneens een heerlijke psychedelische song, waarin verschillende geluidseffecten zijn gebruikt, maar tegen het eind van de song wordt het nummer lichtelijk chaotisch en ook nu loopt het nummer niet lekker af.
"Heaven's Gate (3rd Kingdom)" is een prachtig rustig nummer, waarbij de band gebruik maakt van engelachtige achtergrond zang en dit wordt gevolgd door "She's Not The Woman Who Took A Flying Leap Over The Fence", een lekker klinkende popsong.
Dan volgt het langste nummer van kant A, dat uit 3 delen bestaat, waarvan het eerste "a) Universe" heet, het tweede "b) Rebirth" en deel 3 "c) Sun Paths" en tezamen vormen ze het nummer "The Astral Travel", een schitterend instrumentaal progressief rock nummer.
"Another Song" is het eerste nummer van de B-kant en deze vrolijke klinkende psychedelische popsong, ligt lekker in het gehoor.
Dan krijg ik "Little Kid" te horen, een mooi en goed klinkende popsong met een aanstekelijk ritme en daarna het licht psychedelische "Dreaded Day", dat ook progressieve rock elementen bevat.
Vervolgens is het tijd voor "Alone", een song, die zo in een musical zou kunnen passen en "Million Wonderful Details", een fantastische progressieve poprocksong, waarbij de zang door geluidseffecten versterkt is en het gitaarwerk scheurend te noemen is, terwijl er een hypnotiserend ritme gespeeld wordt door drums en basgitaar.  
Net als in "All I Want" van kant A, begint ook "The Morning Is Here" met het geluid van stromend water en daarna  volgt er een prima psychedelische popsong, die me lichtelijk aan de sound van Pink Floyd doet denken.
Experimentele tonen volgen in het nog geen minuut durende "Paths Of Deliverance" en de LP wordt afgesloten met "The Dream Pt2 (Oblivion)", dat net als part 1 een dromerig stukje muziek is.
Plaat 1, de versie zoals OG hem bedoeld heeft, is een heerlijke LP, waarvan ik erg genoten heb en die ik nog eens rustig opnieuw beluister.

Voor plaat 2 heeft Will Z. enkele nummers herschreven en de volgorde hier en daar aangepast en deze begint met  "Morning Stairs Nightmare", een kort psychedelisch intro, dat gevolgd wordt door "The Dream (Part 1)", dat niet veel afwijkt van de eerste versie, dat wil zeggen, dromerig.
Dan hoor ik "Hello Hello" en ook deze uitvoering klinkt rustig en psychedelisch, alleen zit hier het geluid van de sitar in en wordt het aan het eind een stukje steviger door het scheurende gitaarwerk.
Daarna volgt "Futuristic Inferno", dat dreigend klinkt, scheurend gitaarwerk bevat, een hypnotiserend ritme heeft,
progressief is en her en der experimenteel chaotisch klinkt.
Het wordt gevolgd door het Japans aandoende instrumentale "Falling Down", dat gewoon lekker klinkt.
Vervolgens hoor ik "Hypnagogia (Stage N1)", een orkestraal stukje symfonische pop, waarna "All I Want" volgt, dat erg experimenteel start en psychedelisch klinkt, maar door het gitaarwerk een extra dimensie meekrijgt, waardoor het geheel een stuk progressiever wordt.
"Little Kid" is een heerlijke psychedelische popsong en de afsluiter van kant A, "Dreaded Day", is een prima psychedelische popsong met progressieve rock invloeden.
Kant B begint met "She's Not The Woman Who Took A Flying Leap Over The Fence", een lekker klinkende popsong, die niet zo veel verschilt van de versie van OG en deze loopt min of meer over in "Sleep Spindle (Stage N2)" een op klassiek gitaar gespeeld stukje muziek, dat dromerig over komt door de mooie achtergrond zang.
Ook de popsong "Alone" klinkt heerlijk en "Another Song In Reverse", waarvan stukken achterstevoren opgenomen zijn is verrassend en psychedelisch.
"The Morning Is Here" is een schitterende psychedelische popsong en doet net als de verie op plaat 1 denken aan Pink Floyd en in "Slow-Wave Sleep (Stage N3)" is de hoofdrol voor de sologitaar, die dit instrumentale nummer domineert.
Nu is het tijd voor "Million Wonderful Details", dat een fantastische progressieve rocksong is, dat net als de OG versie, scheurend gitaarwerk bevat en een hypnotiserend ritme heeft.
Een ander stukje progressief hoor ik in "Delta Waves (Stage N4)", dat door de heftige gitaarklanken naar de hardrock neigt en heeft een experimenteel einde.
Het laatste nummer "The Dream (Part 2)" is een dromerig instrumentaal stukje muziek en sluit de plaat op gepaste wijze af.
De uitvoering, die door Will Z. gedeeltelijk herschreven is, vind ik niet beter of slechter dan die van OG en ook nu heb ik weer genoten van de muziek en kan alleen maar concluderen, dat beide versies het verdienen om beluisterd te worden.


maandag 23 juli 2012

Review: Quassar L.S. - The Dead Dream (Lizard Records, 2012)(Symfonisch)

In 1976 werd de Italiaanse band Quassar L.S.(Lux Symphoniae) opgericht door Roberto "Beattie" Sgorlon - zang, sologitaar en keyboards, Umberto Del Negro - basgitaar en Stefano Vallan - orgel.
In hun begin periode speelde Quassar L.S. covers van de Italiaanse band Le Orme, maar al snel begon de band eigen composities te maken, die uiteindelijk resulteerden in hun debuut LP "The Dead Dream" uit 1977.
Omdat de originele tapes verloren gingen, besloot de band de nummers in 1995 opnieuw op te nemen en te proberen het originele geluid uit die tijd weer te geven.
Begin jaren 80 kwam drummer Fabrizio Morassutto bij de groep en in werd in 1984 de LP "NIght Hymn" uitgebracht.    
Daarna bracht de band nog verscheidene LP's en CD's uit: "Abraham" (1994), "The Enlightning March Of The Argonauts" (1995), "Mit" (1999) en "Synopsis" (2009).
In 2012 is de LP opnieuw verschenen en deze keer op CD, die via het Lizard Records label uitgebracht is.
De CD bevat 10 nummers en start met "Ouverture", een schitterend symfonisch stuk muziek, dat een beetje duister  aandoet, gevolgd door ""Life For Art", een rustige symfonische rock song, die fantastisch klinkt.
Vervolgens krijg ik "Stranger Shadow" te horen, dat een stuk steviger is en soms een beetje naar hardrock neigt.
Daarna hoor ik "Cast Revelation", een prachtig rustig instrumentaal symfonisch nummer, waarna "Look Again" volgt.
Hierin lijkt de zang van Roberto wel iets op die van Barry Hay (Golden Earring) en ook dit is een vrij rustig, maar schitterend nummer, waar de band hun muzikale talenten prima naar voren weet te laten komen.
"Game Over" heet de volgende song en dit heftige swingende nummer klinkt niet verkeerd, maar vind ik niet bij de rest van de muziek passen.
Dan hoor ik "Instead Of You", dat weer in de stijl van de andere nummers zit en dus meer symfonisch klinkt.
In "Leave Me Alone", dat vrij rustig klinkt, hoor ik de band een prima stukje muziek spelen en de jaren 70 komen hierin wel erg sterk naar boven.
De titelsong "The Dead Dream" is een song waar ik in de muziek gezogen wordt, maar dit nummer heeft dan ook een ritme, waarbij het moeilijk is stil te blijven zitten en niet in de muziek op te gaan.
Als afsluiter hoor ik "San Francisco California", het langste nummer van de CD en meteen het beste.
In deze song zitten verscheidene mooie tempowisselingen, een orkestraal gedeelte en een lekker meeslepend ritme.
De CD "The Dead Dream" van Quassar L.S. is een heerlijk stuk muziek, waarbij ik eigenlijk maar één ding verlang en dat is "meer!".

Review: Mogollar - Umut Yolunu Bulur(Emre Grafson Müzik, 2009)(symfonisch)

Een van de eerste pioniers van Turkse popmuziek, Mogollar uit Istanbul, haalde hun naam uit één van de grootste rijken uit de geschiedenis, namelijk het Mongoolse rijk.
De band, die westerse elementen in hun muziek verweefde, werd als de belangrijkste van de vrije Turkse popmuziek beschouwd en de bandleden werden helden binnen hun eigen cultuur.
Zij waren de ontwikkelaars van de zogenaamde Anadolu pop, die zou leiden tot een heel nieuw genre, dat honderden bands en muzikanten zou beïnvloeden.
Mogollar ontstond in 1967 uit 2 bands, namelijk Siluetler, waarin Aziz Ahmet - zang en Murat Ses - keyboards speelden en Selcuk Alagöz, met daarin multi instrumentalist Cahit Berkay - gitaar, saz, tambur en nog andere instrumenten, Hasan Sel - basgitaar en Engin Yorukoglu - drums.
In die formatie werd hun eerste single "Eastern Love" in februari 1968 uitgebracht, maar hun doorbraak kwam in de zomer van dat jaar met hun derde plaats op de prestigieuze Altin Mikrofon wedstrijd en het nummer "Ilgaz".
Mogollar maakte als eerste een combinatie van traditionele Turkse muziek en psychedelische rock en gebruikte daar zowel westerse als oosterse instrumenten voor, waardoor de term Anadolu pop ontstond.
Nadat zanger Aziz Ahmet Mogollar had verlaten en een korte tijd een vervanger voor hem vond, verhuisde de band in 1970, zonder zanger, naar Parijs, waar ze in 1971 hun eerste LP uitbrachten onder de naam Les Mogol, die trouwens in Turkije werd uitgebracht als Mogollar.
Nadat ze gedurende een korte tijd hadden samengewerkt met zanger Baris Manco, veranderde de bezetting van de band regelmatig en kwamen en gingen diverse zangers, waarvan de bekendste ongetwijfeld Cem Karaca is, met wie de band een single opnam.
Tussen 1974 en 1976 bleven alleen Cahit Berkay en Engin Yorukoglu de vaste krachten van Mogollar, die de meer jazz getinte LP's "Ensemble D'Cappadocia" en "Hitit Sun" maakten en al min of meer aangaven, dat dit duo op zoek was naar andere richtingen in de muziek.
In 1976 ging Mogollar uit elkaar, maar in 1992 kwam de band weer bijeen, doordat een groep fans daar een campagne  voor startte en duizenden handtekeningen naar Cahit en de andere ex-leden stuurden.
Het resultaat was een reünie van Mogollar in 1993, waarbij Cahit en Engin samen met Taner Öngür - basgitaar en Serhat Ersöz - keyboards de "nieuwe" band vormden, die in 1994 de CD "Mogollar '94" uitbrachten.
Vanaf dat moment verschenen er met de regelmaat van de klok nieuwe CD's en in 2009 was dat "Umut Yolunu Bulur", waarop de band is uitgebreid met Emrah Karaca - zang en Utku Ünal - drums.
Op deze CD staan 12 nummers, die allemaal door de band zelf geschreven zijn.
Het eerste nummer heet "Kaya Kac Seker", een schitterende mix van traditionele Turkse en westerse muziek, die in en afwisselend tempo gespeeld wordt.
Dit wordt gevolgd door "Geri Sar", een heerlijke progressieve symfonische rocksong, waarbij het ritme en de tekst onmiddellijk in mijn hoofd blijven hangen. 
Daarna volgt "Haydarpasa Merdivenleri", een vrij stevig nummer, dat een gesproken tekst en een vrouwenkoor als achtergrond heeft en halverwege verandert in een prima symfonische rocksong.
Het volgende nummer, "Yalan", is een stevige song, die richting hardrock gaat en het daarop volgende "Umut Yolunu Bulur" is een prachtige symfonische rocksong met een beetje een melancholische ondertoon.
Dan krijg ik "Mogol Misketi" te horen en de eerste tonen van dit instrumentale nummer swingen mijn gehoorgang binnen en krijgen gelukkig een vervolg in de rest van het nummer.
"Kadinlarimiz" is een psychedelische song, waarbij de zang prima bij het dreigende hypnotiserende ritme past en ook in deze song zit een tempowisseling, waardoor het nummer halverwege in een soort chanson verandert, waarin het dreigende en hypnotiserende totaal verdwenen is, totdat de band dit ritme aan het eind weer oppakt.
Vervolgens gaat Mogollar op de rock toer en "Kriz Bash" is dan ook een geweldige swingende song, waarmee de band  me vanaf de begintonen meteen te pakken heeft.
Ook "Bulutlar Adam Öldürmesin" is een fantastische swingende rocksong, waarin symfonische klanken en een steeds terugkerend gezongen stuk tekst bepalend zijn.
Nostalgie hoor ik in "Günter", een heerlijk stuk lekker swingende pop, waarin de viool een hoofdrol speelt en daardoor enigszins associaties bij me oproept van zigeuner muziek.
"Alarm" is een symfonische rocksong, waarin de band enkele prima tempowisselingen heeft ingebouwd en het laatste nummer "Ugur Mumcu Anisina" is een rustig, maar schitterend stuk instrumentale progrock, dat me naar meer doet verlangen, dus besluit ik de CD nogmaals te draaien en te draaien.
De CD "Umut Yolunu Bulur" is er één om te koesteren en verdient een plek in elke platenkast.




Review: Vespero - Subkraut (RAIG, 2012)(Progrock/Spacerock)

Vespero werd in 2003 in Astrakhan, zuid Rusland opgericht en brengt sinds 2004 muziek uit, zowel in eigen beheer, als via maatschappijen.
De band onderging sinds hun oprichting diverse keren bezettingswisselingen en bestaat uit: Ivan Fedotov – drums en percussie, Arkady Fedotov – basgitaar, synthesizer, fluit en achtergrond zang, Alexander Kuzolev – gitaar, effecten en elektonica en Alexei Klabukov – arpeggiator, keyboards en mellotron.
Op deze CD worden ze bijgestaan door Ilya Semyonov - drums en percussie, Alexei Esin - sopraan saxofoon, Elena Belozyorova - arpeggiator en Vladimir Belov - cello.
“Subkraut”, uit 2012, is hun 4e CD, die via R.A.I.G. verschenen is en deze CD bevat 6 lange nummers, waarvan het elf en een halve minuut durende "The Strangest Thing In The Ocean" de eerste is.
De band heeft me met dit fantastische spacerock nummer vanaf de begin tonen al in zijn greep door het monotone repeterende geluid van de basgitaar, dat een hypnotiserende uitwerking op me heeft.
Vervolgens krijg ik "Anpeilen!" te horen en dit is een schitterend progrock nummer, dat in een vrij hoog tempo gespeeld wordt, waarbij de band gebruik maakt van 2 drummers, een saxofoon, een arpeggiator en opnieuw het ritme van een hypnotiserende basgitaar.
Daarna volgt "Underwater", een fantastisch progressief spacerock nummer, dat net als voorgaand nummer in een hoog tempo gespeeld wordt, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten en meer dan 13 minuten duurt.
Dan hoor ik "Target Selection", dat een erg spannend klinkend nummer is met geweldige percussie, een hypnotiserend ritme van het keyboard en daar tussendoor allerlei verrassende synthesizer geluiden, waardoor het ook spannend blijft.
Ook het volgende nummer, "Angriff, Ran, Versenken!", waarbij een mix van prog- en spacerock gemaakt wordt, bevat weer een monotoon ritme, dat vanaf begin tot eind herhaald wordt, waardoor mijn aandacht daar min of meer op gefocust blijft, maar toch laat ik ook de rest van de band in een hoog tempo hun schitterende muziek mijn hoofd in blazen.
"ALARM ... The Art Of Positive Thinking" heet het laatste nummer van deze CD en nog steeds is het onmogelijk stil te blijven zitten bij deze spacerock, waar ik maar niet genoeg van kan krijgen.
"Subkraut" gaat zeker tot de beste CD's van dit jaar gerekend mogen worden en is een CD die ik nog veel zal gaan  draaien.


Review: Sula Bassana - Dark Days (Sulatron, 2012)(Psychedelisch / Spacerock)

Net als op zijn vorige releases speelt Dave Schmidt, alias Sula Bassana weer alle instrumenten zelf, behalve in "Surrealistic Journey" en "Bright Nights", waarin mede Electric Moon collega Pablo Carneval de drumpartijen voor zijn rekening neemt en in "Underground", dat door David Henriksson van The Movements uit Zweden gezongen wordt.
Het geheel is ook nu weer door krautrock legende Eroc gemasterd en het hoesontwerp is van Lulu Artwork (Komet Lulu), die basgitaar in Electric Moon speelt.
Sula heeft voor deze nieuwe release 6 lange nummers opgenomen met een duur van 70 minuten, die zowel op CD als op dubbel LP uitgebracht zijn, waarvan een beperkte oplage van 500 op gekleurd vinyl en de overige op zwart vinyl.
De CD begint meteen al goed met "Underground", waarin Sula een schitterende mix van space-, prog- en krautrock ten gehore brengt, waarna het kortste nummer van de CD gespeeld wordt, getiteld "Departure", dat slechts 6 minuten duurt en een geweldig spacerock nummer is, waarin ook krautrock elementen zitten plus een hypnotiserend ritme.
Meteen daarop volgt "Surrealistic Journey", het langste nummer met zo'n 20 minuten aan psychedelische rock, waarin Sula mijn brein over neemt en me mee voert in één grote lange trip, die doorspekt is met space- en krautrock invloeden en me aan mijn stoel gekluisterd houdt.
In "Dark Days", dat een sterk hypnotiserend ritme heeft, krijgt Sula nog meer vat op mijn bein en omdat ik dat toe sta, raak ik steeds meer in de ban van zijn muziek.
Nog maar net bekomen, staat er al een nieuwe verrassing voor me klaar, getiteld "Bright Nights" en hierin freakt Sula compleet uit met een uitstekend stuk experimentele rock.
"Arriving Nowhere", dat bijna 17 minuten duurt is een fantastisch dance nummer, waarbij het onmogelijk is om stil te blijven zitten en ook hierin zit een hypnotiserend ritme, waardoor mijn verstand uitgeschakeld wordt en ik laat me wederom meevoeren in de trip, die Sula voor me klaar had staan en opnieuw wordt ik deel van de muziek.
Met "Dark Days" heeft Sula één van de beste CD's / LP's van 2012 weten te maken en deze ultieme trip mag in geen enkele collectie ontbreken, een sterke aanrader dus!

Review: Poets To Their Beloved - Interstellar Reunion (Eigen Beheer, 2012)(Neo Classic / Folk)

Na in 2005 een EP met daarop 6 songs onder de titel, "Poets To Their Beloved", in eigen beheer te hebben
uitgebracht, die in 2007 een vervolg kreeg door de via het Portugese Equilibrium label verschenen CD "Embrace The Fool", heeft het Nederlands-Duitse duo Poets To Their Beloved in 2012 opnieuw een CD in eigen beheer uitgebracht en deze heet "Interstellar Reunion".
Poets To Their Beloved zijn Saskia Domisse en Marcel Schiborr, die bijgestaan worden door Sjanneke Van Herpen - viool en Erwin Duin - zang.
De CD "Interstellar Reunion" bevat 11 eigen nummers, waarvan "Vicious Circle" het openingsnummer is en wat me meteen opvalt is het feit dat de muziek hierin in vergelijking tot de songs van hun eerdere CD's meer naar de folk neigt, alhoewel ik hierin toch ook nog wel wat Dead Can Dance invloeden hoor.
De song, die in een rustig tempo wordt begonnen, krijgt langzaam aan iets meer vaart en heeft een ritme, dat je het lekkere gevoel geeft, dat je krijgt als je in een kinderdraaimolen zit en ik begin me dan ook met dit
heerlijke ritme mee te bewegen.
De volgende song is het titelnummer van de CD en ook dit is een vrij rustig stukje muziek, waarin de spanning, die opgeroepen wordt, voelbaar is.
"Desert Voice" heet het volgende nummer en dit schitterende nummer is, op het meeneuriën door Saskia en Marcel na, volkomen instrumentaal.
Dan volgt "This Battle", waarin het duo terug gaat naar het maken van muziek in de stijl van Dead Can Dance en dan met name naar de stukken, die door Brendan Perry gezongen werden, maar ook zitten er soundscapes in verwerkt, waardoor het toch een eigen uitstraling krijgt.
Daarna krijg ik "Dark Planet" te horen en dit begint dreigend en overrompelt me volkomen en nadat de zang ingezet wordt, verandert het en krijg ik het idee, dat ik naar een soort filmmuziek zit te luisteren, maar wel één die erg spannend klinkt en me op het puntje van mijn stoel gekluisterd houdt.
Vervolgens is het de beurt voor "Ecstatic Dance Act II", dat met zang begint, waarna de zware tonen van de
synthesizer invallen, die samen met de E-drums het nummer meer inhoud geven.
In "Fall" hoor je Saskia één van haar vroegere songs live vertolken en deze klinkt prachtig.
"The Birds, The Sea, The Wind" is het volgende, dat ik te horen krijg en ook dit is weer zo'n schitterende song, waarmee Poets To Their Beloved weet te overtuigen van hun kunnen, al moet ik eerlijk zeggen, dat ze mij dat al hadden gedaan met "Embrace The FooL".
Met "Silent Prayer" lijkt de muziek langzaam aan weer de kant van de folk op te gaan, totdat het halverwege het nummer in een zwaarder ritme over gaat en de cello het ritme gedeeltelijk over neemt en de muziek een andere wending neemt.
Verandering is er ook in "Approaching Earth", waarin, behalve Indiaanse vokalen, ook een een ritme zit, dat naar lounge muziek en drum 'n bass neigt en hiermee weet de band me opnieuw te verrassen.
Het laatste nummer "Merel" is een al wat ouder nummer van Saskia (2007), dat opnieuw bewerkt is voor de CD en een waardige afsluiter is.

maandag 16 juli 2012

Review: The Bad Mexican - This Is The First Attemp Of A Band Called (Lizard Records, 2012)(progrock/Experimental)

The Bad Mexican is een Italiaanse band uit Chianciano, Toscane, die in de lente van 2012 hun debuut CD via het Italiaanse Lizard Records label uitgebracht zag worden.
De band bestaat uit Tomasso Dringoli - sologitaar, zang en percussie, Pilippo Ferrari - basgitaar, zang, rammelaars, maraca, elektronica en Matteo Salutari - drums en elektronica plus Davide Yannuccini - saxofoon, elektronica, die pas kort als vierde lid bij de band is gekomen.
Ook spelen er op de CD 2 gast muzikanten mee: Manuel Mazzetti - trompet (in Dirty Sanchez) en Emanuele "Bio" Ferrari - maraca en telefoniste (in Lucifer Rising).
De CD bevat 8 nummers , waarvan de eerste "A Melody Soft And Lazy" heet, dat een duivels gefluisterd stukje muziek in het Italiaans is, dat gevolgd wordt door het bijna 13 minuten durende "Inches", een verschrikkelijk goed stuk experimentele progrock, waarin van alles te beleven valt en ik hoor chaotische, heavy, duivelse en symfonische klanken in één nummer samengebracht, die overgaan in het volgende lange nummer, getiteld "Miles".
The Bad Mexican experimenteert hier rustig in verder, maar het wordt nergens saai en ook in dit nummer weet de band mijn aandacht volledig gespitst te houden, zodat ik maar niets van dit geweldige stuk muziek missen zal.
Vervolgens hoor ik "Steps", een kort heavy progrock nummer en "Dirty Sanchez", een fantastische mix van progrock,  heavy rock en Latino overgoten met een hypnotiserend ritme, dat vlekkeloos overgaat in "(Z'Opho'Phi'A), dat met een schitterend hypnotiserend ritme begint, maar dat uitmondt in een heftige duivels klinkende chaotische song.
Daarna krijg ik weer een prachtig kort instrumentaal nummer voorgeschoteld, dat "Carosello" heet en als afsluiter van de CD trakteert de band me op "Lucifer Rising On Ciudad Juarez", waarin ik het idee heb bij een inwijdingsritueel aanwezig te zijn en dit sublieme stuk muziek brengt me in een heerlijke hypnotische trance.
"This Is The First Attemp Of A Band Called" van The Bad Mexican is een grandioze debuut CD, die je minstens beluisterd moet hebben.

Review: Space Mirrors - In Darkness They Whisper (Transubstans, 2012)(Spacerock/Metal)

In 2002 richtte de Russische multi-instrumentalist en producer Alisa Coral het internationale collectief Space Mirrors op, die sinds die tijd 3 albums uitbrachten, waar veel getalenteerde muzikanten vanuit de hele wereld in speelden.
De muziek van de band is vaak geïnspireerd door science fiction, buitenaardse samenzweringen en esoterische onderwerpen.
In 2011 begon Alisa te werken aan een nieuw album, getiteld "In Darkness They Whisper", waarvoor zij de inspiratie haalde uit de metafysische, kosmologische en occulte concepten, zoals die door H.P.Lovecraft ontwikkeld waren voor zijn verhalen.
De verhalen waar de nummers betrekking op hebben beslaan 8 acten en komen uit: Chamber Of Azatoth, Through The Dreamlands, From Dylath-Leen To The Dark Side Of The Moon, Moon Battle Of Cats, To Ngranek, Face Of God / The Crawling Chaos en Morning In Marvellous City.
Het nieuwe collectief bestaat uit: Nik Turner - saxofoon, fluit, Alan "The Elf" Davey - basgitaar, Cyndee Lee Rule - viool, Massimo Arke - gitaar, Fabio "Amon 418" Bartolini - gitaar, John Pack - gitaar, Allen Welty-Green - gitaar, Sparky Simmons - gitaar, Bjorn Jeppesen - synthesizer en Matyr Lucifer - zang.
De muzikanten van Space Mirrors komen deze keer uit Rusland, Engeland, Denemarken, Italië en Amerika.
Het nieuwe album bevat 9 nummers, met een totale speelduur van 56 minuten en "Shadow Of Innsmouth" is daarvan de eerste song, die meteen vrij heftig begint.
De muziek hierin is een mix van new wave en heavy metal en wordt gespeeld in het tempo van een oldschool house nummer, terwijl de zang me lichtelijk aan een band als Sisters Of Mercy doet denken, totdat het ritme van muziek en zang plotseling veranderen en het nummer een dreigender uitstraling krijgt.
Het volgende stuk muziek heet "Silver Key" en ook hierin hoor ik duidelijke new wave invloeden, die met hardrock verweven zijn, maar dit heerlijke nummer is een stuk rustiger dan het voorgaande en ook een stuk melodieuzer.
Vervolgens krijg ik "Geometry Of Witchcraft" te horen en deze lekkere dansbare mix van spacerock, heavy metal en new wave bevat invloeden van Judas Priest en Sisters Of Mercy.
De new wave invloeden blijven ook in het volgende nummer de boventoon voeren en dit is de titelsong "In Darkness They Whisper", maar ook zit hierin een schitterend stukje hardrock en een verrassend psychedelisch stuk spacerock.
Daarna start de band met "Rue D’Auseil Is Missing", een puik experimenteel instrumentaal hardrock nummer, dat gevolgd wordt door "Cats Of Ulthar", dat door enigszins experimenteel begint, folk invloeden bevat en plotseling over gaat in een combinatie van new wave, hard- en spacerock, waarin ook nog plaats is voor het experimentele, wat ik teveel van het goede vind en dit is voor mij dan ook het minste nummer van de CD.
"The Dreamquest Of Unknown Kadath” heten de volgende 3 nummers en als eerste daarvan hoor ik "Acts 1,2,3,4", een prima mix van hard-, progrock en new wave, die gevolgd wordt door "Acts 5,6,7", dat als een hardrock nummer begint, maar door de vertellijn een soort verhaal wordt, waarin muzikaal van alles gebeurt en dit fantastische  progrock nummer klinkt dan ook erg spannend.
Als laatste krijg ik "Act 8" voorgeschoteld en dit schitterende korte instrumentale nummer heeft een dreigend, maar tevens een symfonisch ritme, waarin de band op zijn best is.
De CD "In Darkness They Whisper" Van Space Mirrors is een prima werkje, waarin van alles te beleven valt en is dan ook een aanrader voor iedereen, die van deze muzieksoort houdt.




http://www.spacemirrors.com  








Review: IWKC - Urban Fears (RAIG, 2012)(Symfonisch)

De Russische band IWKC, oftewel I Will Kill Chita begon in 2008 toen Nikita Samarin - drums en elektronica en zijn broer Nikolai - gitaar en keyboards, een chaotische punk-garagerock band startten.
Het kostte hen bijna 3 jaar om hun eigen stijl muziek te ontwikkelen en bandleden te vinden, die bij hun ideeën pasten, maar uiteindelijk lukte het hen en de band bestaat verder uit: Alexander Ivanov - basgitaar, Andrei Silin - keyboards, elektronica en Artem Litvakovsky - cello.
In 2010 brachten ze in eigen beheer een CD uit, getiteld "Best Days" en in 2011 werd "Not A Dream" eveneens in eigen beheer uitgebracht.
"Urban Fears", uit 2012, is het officiele debuut album van de band, waaraan medewerking wordt verleend door violiste Anastasiya Narochnaya en bevat 9 instrumentale nummers, waarvan 6 nieuwe en 3 geremasterde versies van nummers van de CD "Best Days", die als bonus tracks op de hoes vermeld staan.
De CD start met het schitterende 8 minuten durende "Lost", dat een erg mooi en rustig begin heeft, waarna de band het tempo iets versneld en het nummer tot halverwege in één ritme gespeeld wordt, maar halverwege schakelt de band over en verandert het en wordt het door de cello en viool allemaal een stuk spannender en neigt het naar klassiek.
Vervolgens hoor ik "Fear Of Suburbs", dat enigszins Japanse invloeden bevat en ook dit is een fantastisch symfonisch nummer, dat lichtelijk orkestraal aandoet.
Daarna krijg ik "Waiting For The Disaster" te horen en dit is een uitstekend symfonisch nummer met een erg trieste ondertoon, dat gevolgd wordt door "Red Sunset", dat bijna 10 minuten duurt en enkele prima tempowisselingen bevat.
Het nummer klinkt hier en daar orkestraal, maar door de omschakelingen blijft het spannend tot het eind.
Dan volgen "Those Who See The Light", dat weer zo'n prima symfonisch nummer is, waarin enkele tempowisselingen zitten en "Endless Odyssey", een geweldig stuk muziek, dat erg spannend begint, waarna de band die spanning prima vast weet te houden en het nummer een dreigende uitstraling meegeeft.
"Paris Holidays" is de eerste van de 3 bonus tracks en klinkt net als de rest van de nummers prima, waarna "All You Know About Me" te horen is en net als voorgaand nummer klinkt ook dit redelijk orchestraal, maar toch spannend genoeg om te blijven luisteren en door een prima tempowisseling verandert het in een lekker swingend rock nummer.
Als laatste nummer hoor ik "Best Days", dat gewoon een goed symfonisch nummer is, waarin het ritme van begin tot eind ongeveer hetzelfde blijft.
De nummers op de debuut CD van IWKC klinken weliswaar prima, maar doordat ik er helaas te weinig afwisseling in vind zitten, denk ik dat de band te weinig van hun kunnen heeft laten horen, want dat ze de kwaliteit hebben om een goed stuk muziek neer te zetten, staat buiten kijf.


Review: Seid - Among The Monster Flowers Again (Sulatron, 2012)(Progrock/Spacerock/Psychedelisch)

"Among The Monster Flowers Again" werd oorspronkelijk in 2002 op CD via het Luftwaffel Records label uitgebracht en is in 2012 via het Sulatron Label opnieuw verschenen, maar nu enkel in beperkte oplage op LP.
Seid komt uit Trondheim, Noorwegen, waar ook de band Motorpsycho woont en bestaat uit 6 bandleden: Jörgen Kosmos - gitaar en zang, Burt Rocket - basgitaar en zang, Janis - gitaar, Jan Spaice - drums, Organ Morgan - orgel en analoge synthesizer en P7s2g - analoge synthesizer en keyboards.
De LP bevat 10 nummers, waarvan "The Monster Flowers", dat nog geen anderhalve minuut duurt, het kortste en geheel instrumentaal is en na dit intro barst de band los met het stevige in up tempo gespeelde "Fire Song", een song, die in de richting van heavy rock zit.
Vervolgens hoor ik een schitterende progrocksong, getiteld "Jellyfish", waarin ook spacerock verweven zit en deze bevat enkele prima tempowisselingen.
Daarna krijg ik "King Leon" voorgeschoteld en dit nummer begint vrij rustig en psychedelisch, maar dan schakelt de band over en door een tempowisseling en verandering van ritme, ontaard dit in een fantastische progrocksong.
"5/4" is een geweldige mix van space- en progrock, met een slepend ritme waarbij het tempo niet al te hoog ligt.
Door een plotselinge tempowisseling verandert het nummer volkomen en de laatste twee en een halve minuut hoor ik een eentonig, maar niet onaangenaam, synthesizer geluid.
Dan volgt "Lois Loona", een sublieme progrocksong met wisselende ritmes, die van rustig naar stevig dan naar heftig gaan.
Het volgende nummer "The Tale Of The King On The Hill" heeft een hypnotiserende werking op me en met deze spacerocksong weet Seid me volkomen in de ban van hun muziek te laten raken.
Met "Red Planet", dat een lekkere mix is van prog- en spacerock, laat de band me verder uit mijn bol gaan, waarna het langste nummer van de LP volgt, genaamd "Sleep", dat een een rustig begin heeft, waarna, door een uitstekende tempowisseling, het nummer meer vaart krijgt en uitmondt in een fantastische progrocksong en ik vind dit zonder twijfel één van de beste van de LP.
Het laatste nummer, dat waanzinnig goed is, is de titelsong "Among The Monster Flowers Again", dat instrumentaal gespeeld wordt en me enigszins in de waan brengt, dat ik op een psychedelische kermis beland ben en dat ik wil blijven draaien.
Seid heeft met "Among The Monster Flowers Again" een meesterlijk stuk muziek gemaakt, dat je niet mag missen!


Review: The Porters - Rum, Bum And Violina (Cargo Records, 2011)(Folk-punk)

"Rum, Bum And Violina" is de derde CD van de Duitse band The Porters, die uit Düsseldorf komen.
De band bracht in 2002 hun debuut CD "A Tribute To Arthur Guinness" uit, gevolgd in 2007 door "Anywhere But Home" en beide werden door het Knock Out Records label uitgebracht.
The Porters bestaat uit: Volker - sologitaar, mandoline, banjo, harp en zang, Andreas - basgitaar, Gehrke - drums en percussie, Silke, viool en zang en Gipsy Andy - orgel, Spaanse gitaar, akoestische gitaar en Accordeon en hun muzikale invloeden zijn Dropkick Murpheys, Real McKenzies en Flogging Molly.
Op deze CD spelen een aantal gastmuzikanten mee, waaronder Paul McKenzie - zang (in '39), achtergrond zang en harp,Pierre Lavendel - banjo, Anna - trombone en trompet, Stefan Gonska - basgitaar (in Sam Hall) en Burn Harper - achtergrond zang en tevens mede producer van de CD, die 13 nummers bevat.
Het eerste nummer heet "Cancion De La Muerte" en dit prima instrumentale nummer start met droevige rustige Spaanse klanken, waarbij ik het idee krijg, dat er iemand begraven gaat worden.
Dat is in het volgende stukje geenszins het geval meer, want in "Harbour Pearls" swingt de band de pan uit met hun aanstekelijke folk punk, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten.
Vervolgens hoor ik "Love Train", dat een lekkere kruising is van rock, folk en punk, die gevolgd wordt door "Son Of This Town", een schitterende song, die met rustige vioolklanken, piano en zang start, waarna plots het ritme in een swingend tempo gestuurd wordt en me met de muziek meevoert.
Dan krijg ik "Shine On" te horen, waarin de band een tandje terugschakelt, maar evengoed een fantastisch stukje folk punk ten gehore brengt.
De titelsong is het volgende dat ik te horen krijg en dit grandioze nummer met Spaanse zigeuner vioolklanken, die  gemixt met een swingend folk punk ritme me volledig uit mijn bol laat gaan.
"Nameless Grave" heet het nummer dat nu volgt en even dacht ik een stukje country voorgeschoteld te krijgen, maar na dit intro gaat de song over in een stevige rock song.
Daarna hoor ik "Sam Hall" een heerlijke swingende folk song en "Jesse James", een folksong met traditioneel ritme  waarbij ik me in het wilde westen waan.
Fantastisch is het rustige "A Cigarette And Not Half A Glass Of Whiskey" en hierin spelen viool en zang de hoofdrol.
In "Homeward Bound" schakelt de band over van een gezapig stukje muziek naar een stevig ruig ritme, dat swingt als een trein, die in volle vaart over de rails dendert.
Dan hoor ik Paul McKenzie zingen in "'39" en dit nummer heeft eveneens een lekker swingend ritme, waarna de CD afgesloten wordt met de Extended versie van "Jesse James", dat op akoestische gitaren wordt gespeeld en daardoor heel anders, maar zeker niet slechter, klinkt, dan de eerdere uitvoering.
De CD "Rum, Bum And Violina" is wat mij betreft een meesterwerk, waarvan ik aan het eind van de CD nog na zit te swingen.




maandag 2 juli 2012

Review: Roy & The Devil's Motorcycle - Tell It To The People (Voodoo Rhythm, 2012)(Garagerock/Psychedelisch)

Roy & The Devil's Motorcycle is een band uit het midden van Zwitserland, die al meer dan 20 jaar bestaat.
Hun eerste demo tape, "Let Down", stamt uit 1991 en hun eerste album "Forgotten MIllion Sellers" werd in 1998 en in 2012 (re-release) door Voodoo Rhythm Records uitgebracht, de tweede CD, "Because Of Woman", verscheen in 2006 via dat zelfde label en "Tell It To The People", uit 2012, is hun derde CD via Voodoo Rhythm.
De band bestaat sinds de oprichting uit 3 broers, die alle drie gitaar spelen en gewoon Brothers heten en Oliver Thommen, de drummer, is het vierde lid.
Hun nieuwe CD bevat 9 songs en de band wordt hierop bijgestaan door Jüdu Jud - harmonium en Hans Koch - saxofoon.
Het eerste nummer van de CD heet "Six Pink Cadillac" en is meteen een schitterende psychedelische song, die me aan de jaren 60 doet denken en gevolgd wordt door het heftige "I'm Alright", een geweldige garagerocksong, die me aan The Stooges herinnert, zoveel energie gooit de band er tegen aan.
Vervolgens hoor ik de song "Casey Jones" en daarin zit een bluesritme, dat gemixt met psychedelische rock en een eentonig hypnotiserend ritme het nummer fantastisch doet klinken.
Daarna krijg ik de lekkere psychedelische ballad "Cristina" te horen, gevolgd door "Tears On My Pillow", eveneens een prima psychedelische song, die in een niet te hoog tempo gespeeld wordt.
"Will The Circle Be Unbroken", de langste song van de CD, is een heerlijke rustige psychedelische bewerking van dit nummer, waarin de band er behoorlijk op los freakt.
Dan krijg ik een song te horen, die tussen pop, blues en psychedelische muziek in hangt en "Water Air Food Love" heet, waarna er weer zo'n schitterende psychedelische song mijn oren binnen komt drijven, getiteld "Piggy Bank" en dit nummer duurt bijna twee keer zo lang als er op de hoes staat, dus geniet ik er dubbel van.
Als laatste song staat er een blues op stapel, genaamd "Henry's Blues", die in up tempo gespeeld wordt en swingt als een trein, waarbij ik moeilijk stil kan blijven zitten.
"Tell It To The People" is een geweldige CD, die je niet mag missen!


Review: Dean Allen Foyd - The Sounds Can Be So Cruel (Crusher Records, 2012)(Bluesrock/Progrock)

De band Dean Allen Foyd werd in Stockholm, Zweden opgericht door Francis Rencoret (ex Roachpowder) - sologitaar en zang en Fredrik Cronsten (ex Mother Superior) - basgitaar.
Nadat Wille Alin - drums, percussie, orgel, piano en zang zich bij dit duo had gevoegd, was de band, Dean Allen Foyd, genoemd naar één van de meest belangrijke blues gitaristen van de tweede helft van de 20ste eeuw, een feit.
De band nam de nummers voor hun CD "The Sounds Can Be So Cruel" in februari 2010 op, behalve het nummer "Rollin' Man", dat werd in april 2009 opgenomen en op de CD spelen een aantal gastmuzikanten mee.
De CD bevat 9 nummers, waarvan "Please Pleaze Me" het fantastische openingsnummer is, dat een rustige start kent, maar dat is snel over en de band barst meteen los met een geweldig opzwepend ritme, dat me vanaf het begin aan de muziek vast weet te pinnen.
Vervolgens hoor ik "Lovely Sort Of Death", een schitterende bluesrocksong gemixt met progrock en in een stevig up tempo gespeeld.
Daarna "She's So Blue", dat in een rustig tempo gespeeld wordt en haast een progrock ballad genoemd mag worden.
Dan klinken de klanken van "Revelation Blues" en dit is een uitstekende progressieve bluessong, waarin het tempo niet al te hoog ligt en gevolgd wordt door "Queen Machine", dat wel in een hoog tempo mijn oren binnen komt en dit swingt aan alle kanten, geweldig!
"Steady Rollin' Man" is weer zo'n schitterende bluesrocksong en in "Into The Pearly Gates" maakt de band een prima combinatie van prog- en bluesrock en deze song wordt, kompleet met dwarsfluit, in een up-tempo gespeeld.
Ook "The New Dawn" is een mix van progrock en blues, al heeft de progrock wel de overhand in deze song.
Het laatste nummer van de CD heet "Witches" en deze progrocksong klinkt, mede door het gebruik van strijkers en het pakkende ritme, fantastisch.
De CD "The Sounds Can be So Cruel" klinkt uitstekend en is het beluisteren meer dan waard.

Review: Michael James Tapscott With Andrew Kenower - Good Morning, Africa (Bookmaker Records, 2012)(Psychedelisch / Ambient)

De Amerikaan Michal James Tapscott, bekend van de band Odawas, heeft een tweede CD gemaakt met geluidsartiest en poëet Andrew Kenower, getiteld "Good Morning Africa" en deze is ook op vinyl uitgebracht door Bookmaker Records.
Er staan 8 nummers op "Good Morning Africa", waarvan "Who'll Stop The Rain" de eerste is.
Het nummer begint zwaar, maar gaat vervolgens over in een op hammondorgel gespeeld stukje muziek uit de jaren 50 in de stijl van Cor Steijn.
Daarna volgt een schitterende psychedelische song in een rustig tempo gespeeld, getiteld "The Last Canadian King", dat anders eindigt dan ik verwachtte.
In "Wind Across The Everglades", dat als een field recording klinkt, hoor ik inderdaad de wind gedurende ongeveer 8 minuten, die gemixt met de water geluiden en ambient klanken wel heel new age-achtig klinken.
"The Splendor Of India's Royal Courts" is een stukje ambient, dat iets meer dan een minuut duurt en de daarop volgende geweldige psychedelische popsong "The Polo Grounds" eveneens, helaas.
Dan volgt er een fantastisch lang en experimenteel nummer, waarin in de verte "Song Of Joy" gespeeld wordt, water geluiden zitten, muziek achterstevoren wordt afgespeeld en andere schitterende vondsten te horen zijn, dat "The Third Mainline Bridge" heet.
Daarna komt er weer zo'n mooie rustige psychedelische song voorbij, getiteld "Mayanmar" en deze wordt gevolgd door het laatste nummer van de CD/LP "The Other Moonbeam", een uitstekende mix van psychedelische muziek en ambient en een waardige afsluiter van deze afwisselende schijf.


Review: Saturnia - AlphaOmegaAlpha (2CD)(Elektrohasch, 2012)(Psychedelisch/Spacerock/Progrock)

In 1996 besloot multi-instrumentalist Luis Simões zijn project Saturnia op te richten.
Officiël was het bedoeld een vrije kunst project te worden met diverse kunstmogelijkheden, zoals: literatuur, fotografie,ontwerpen, schilderen en muziek.
De naam Saturnia werd voor dit project bedacht en bestond op deze manier tot 1997, het jaar waarin ook de eerste demo verscheen.
Begin 1998 veranderde Saturnia in een 2 mans band met Luis Simões - gitaar, sitar, zang, gong, programmering en theremin en Eduardo Vasconcelos (alias M Strange) - keyboards.
Dit duo maakte de eerste officiële CD "Saturnia", die in 1999 verscheen, waarna Eduardo de band verliet en werd vervangen door Vasco Pereira, een spacerock synthesizer/orgel speler, die in de zomer van 2000 op zijn beurt werd vervangen door keyboards speler Francesco Rebelo.
Samen namen ze de tweede CD van Saturnia op, getiteld "The Glitter Odd", die in 2001 via het Cranium Music label verscheen en in 2002 kwam hun volgende CD "Hydrophonic Gardening" via het Italiaanse Mellow label uit.
Na enkele jaren van stilte was er in 2007 plotseling een nieuwe CD, die door het Duitse Elektrohasch label op de markt gebracht werd, getiteld "Muzak" met daarop muziek die tussen mei 2003 en november 2005 was opgenomen.
Op deze CD is een bijdrage geleverd door Daevid Allen (Gong), Nik Turner (Hawkwind) João Alves en Flapi Simões.
Luis ging daarna, alleen, weer de studio in en nam tussen 2007 en 2011 genoeg muziek op om de dubbel LP/CD "AlphaOmegaAlpha" uit te brengen, die in 2012 via het Elektrohasch verscheen en daarop werkten Stefan Koglek (Colour Haze) en Teresa Machado mee.
CD 1 bevat 8 nummers en start met "I Am Utopia", een fantastische 9 minuten durende progrocksong met spacerock invloeden, waarin de song gedomineerd wordt door een heerlijk hypnotiserend ritme.
Vervolgens hoor ik "Aura", dat een schitterend rustig symfonisch progrock nummer is, gevolgd door "Obsidian Spiral" een geweldig instrumentaal progrock nummer, waarin oosterse invloeden zitten, maar dat ook een ééntonig synthesizer ritme bevat en een drum, die in constant hetzelfde ritme geslagen wordt.
Dan "Arcadian Watcher", een fantastische psychedelische song, die als een soort sprookje begint en ook zo eindigt.
Daarna krijg ik "Rings Of Smoke" te horen en deze mix van progrock, psychedelische en spacerock klinkt mede door het hypnotiserende ritme schitterend.
"Clepsydra" is een heerlijk progrock nummer met een vrij rustig tempo en ruimtelijke invloeden, maar ook zijn er invloeden van synthesizer groepen als bijvoorbeeld Tangerine Dream hoorbaar.
Het langste nummer van CD 1 heet "Alpha Omega", dat iets meer dan 13 minuten duurt en net als voorgaand nummer in een rustig tempo gespeeld wordt, waarin oosterse muziek en psychedelische pop tot één schitterend geheel gesmeed wordt.
Als Laatste nummer hoor ik "Mambo Players & Lotus Eaters", een prima stukje symfonische rock in de stijl van de muziek van Pink Floyd.
CD 2 telt 7 nummers en begint met de klanken van "Moving Mandala" een oosters getinte song, waarin de sitar een belanrijke rol speelt en het hypnotiserende ritme mijn hersenen binnenstroomt, om me van een lichte roes te voorzien, gevolgd door "Trance Dance", een fantstische song die zijn naam eer aandoet en mijn roes doet toenemen.
Dan hoor ik "Mellifluous", dat een schitterende psychedelische symfonische popsong en deze wordt in een rustig tempo gespeeld.
"Specialists Of The Invisible" is een vrij experimenteel elektronisch nummer en zou best in één of andere thriller passen en ook "Tetrahedon" begint met elektronische klanken, die een oosters ritme voortbrengen, maar dat gaat over in een swingend stukje progrock met een dansbaar ritme en hier ga ik helemaal van uit mijn bol.
Daarna komt "Grand Lodge Of Forever" aan de beurt en deze heerlijke psychedelische song wordt met een licht hypnotisch ritme in een langzaam tempo gespeeld.
Als laatste nummer hoor ik "Cosmonication" een spacy symfonisch nummer, dat me ook nu weer aan Tangerine Dream doet denken.
"AlphaOmegaAlpha" is een uitstekende dubbel CD, die ik iedereen, die van deze muzieksoort houdt, kan aanbevelen.